
Mijn werk beweegt zich in het grensgebied tussen het tastbare en het onuitgesprokene. Het onderzoekt de fysieke realiteit, de schaduw die het werpt en de stille reflectie die daaruit voortvloeit.
Leven en dood
De dood is de essentie van mijn leven en werk. Niet als eindpunt, maar als uitnodiging om het leven werkelijk te omarmen en om het leven ten volle te leven.
Een bezoeker zei het ooit treffend: “Uw werk verheft dode dingen tot een nieuw, fantasievol leven.” Die woorden vatten mijn intentie goed samen.
De dood en het sterven – ‘naakt staan in de wind en smelten in de zon’ zoals Kahlil Gibran het verwoordde – intrigeren me. Zoals ook dat wat achterblijft na de dood me fascineert. Wat vertelt een object wanneer zijn functie verloren is, maar zijn aanwezigheid blijft?
Licht en duisternis
Mijn werk nodigt uit tot een andere manier van kijken: één die ruimte biedt aan vergankelijkheid, kwetsbaarheid en verstilling. Ik wil laten zien dat kunst, poëzie en schoonheid hun diepste betekenis krijgen wanneer licht en duisternis, leven en dood, elkaar raken. Niet om te verklaren, maar om te ervaren.
Het onzegbare
Hoewel mijn werk diep verankerd is in het fysieke, koester ik ook het etherische, het onzegbare. Ik maak ruimte voor contemplatie, voor langzaam voelen, voor onderzoek zonder haast. Het maakproces is voor mij een manier om aanwezig te blijven – vooral wanneer de wereld stilvalt.
Materialen
Ik werk met glas, glasweefsel en andere soorten (rest)glas zoals veiligheidsglas, glasgruis, glasbuisjes en glasramen. Deze materialen combineer ik met gevonden objecten die een geschiedenis dragen: van industrieel afval tot biologische fragmenten uit de Noordzee en van half-vergaan plastic tot door zeewater aangetaste bouten en moeren.
Presentatie
Mijn glasobjecten zijn zowel autonome kunstwerken als onderdeel van ruimtelijke installaties. Voor het ruimtelijke effect gebruik ik overheadprojectoren, die mijn glasobjecten een dynamische wereld laten creëren op muren, plafonds en vloeren.
